Vakantie en Feestdagen

Deze pagina is voor het laatst bijgewerkt op: 09-08-2023

Vakantie en Vakantiegeld

Iedere werknemer heeft jaarlijks recht op betaald vakantieverlof, dat gedurende het jaar wordt opgebouwd. Wie nog geen jaar in dienst is, krijgt verlof berekend naar rato van de gewerkte periode. 

Werknemers hebben recht op ten minste 4 keer het aantal werkuren per week aan vakantie. Een voltijdwerker heeft dus recht op ten minste 20 dagen per jaar, uitgaande van een vijfdaagse werkweek.

Het tijdstip van vakantie wordt vastgesteld door de werkgever, in overleg met de werknemer. Daarbij worden de wensen van de werknemer zo veel mogelijk gehonoreerd - alleen wegens dringende redenen kan de werkgever afwijken van de wensen van de werknemer. De vakantie moet tijdig worden vastgesteld, zodat de werknemer voldoende tijd heeft om voorbereidingen te treffen (boeken of reserveren).  De werkgever moet de werknemer in principe in staat stellen een aaneengesloten verlofperiode op te nemen tussen 30 april en 1 oktober, in periodes van ten minste 2 weken of 2 keer een week. 

Niet-opgenomen vakantiedagen kunnen meegenomen worden naar het volgende jaar, mits vóór 1 juli opgenomen. Als er redenen zijn die het aannemelijk maken dat de werknemer niet in staat was/is die niet-opgenomen vakantiedagen te genieten dan blijven ze langer staan (denk aan arbeidsongeschiktheid of gebrek aan medewerking van de werkgever). De extra (bovenwettelijke) vakantiedagen blijven maximaal 5 jaar staan.

Werknemers hebben recht op doorbetaling van hun salaris tijdens de vakantie. Daarbovenop ontvangen zij een vakantietoeslag van 8% van hun jaarsalaris. Verdient een werknemer meer dan 3 keer het minimumloon, dan kunnen partijen schriftelijk overeenkomen geen vakantiegeld uit te keren, of een lager percentage. In de praktijk schrijven de cao’s vrijwel altijd voor dat het vakantiegeld voor alle salarisschalen geldt, daarbij inbegrepen de hoogste.   

Een werknemer kan zijn wettelijke vakantiedagen niet uitbetaald krijgen, behalve bij het einde van het dienstverband. De nieuwe werkgever is wettelijk verplicht onbetaald verlof te verlenen voor de duur van de afgekochte vakantiedagen. Bovenwettelijke vakantiedagen mogen alleen uitbetaald worden als dat bij cao is bepaald.

Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft in twee uitspraken in november 2018 nog eens onderstreept dat de aanspraak op niet-opgenomen wettelijke vakantiedagen blijft staan, behalve als vaststaat dat de werknemer 'bewust en met volledige kennis van de daaruit voortvloeiende gevolgen' heeft afgezien van deze vrije dagen. Bij het einde van het dienstverband heeft de werknemer recht op een financiële vergoeding voor de niet-opgenomen dagen.

Ook iemand die zwanger of arbeidsongeschikt is, heeft recht op vakantie. In die periode worden gewoon vakantiedagen opgebouwd. Een zieke werknemer is vrijgesteld van re-integratieverplichtingen wanneer die vakantie opneemt.

 

De rechten van niet-standaard werkenden bij vakantieverlof (platformwerkenden)

Platformwerkenden die als freelancer werken onder een overeenkomst van opdracht moeten zelf reserveren voor inkomen tijdens vakantie. Platformwerkenden met een of andere vorm van een flexcontract hebben wel recht op doorbetaald vakantieverlof en 8% vakantietoeslag per gewerkt uur. Het vakantieverlof mag niet afgekocht worden. Vanwege de meestal wisselende werkuren is het verstandig zelf wel bij te houden hoeveel uren doorbetaald vrij en hoeveel vakantietoeslag je opbouwt. 

Boek 7, Titel 10, §634-645 Arbeidsovereenkomsten van het Burgerlijk Wetboek

Arbeidstijdenwet van 23 november 1995

§15.1 Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag van 27 november 1968

Feestdagen en loon

Nederland telt 11 officiële feestdagen. Er is geen wettelijke bepaling dat officiële feestdagen vrije dagen zijn. Er is evenmin een wettelijke bepaling over extra loonbetaling bij werken op feestdagen. Wel kan de cao een toeslag voorschrijven. 

Deze feestdagen zijn nieuwjaarsdag (1 januari), Goede Vrijdag, Pasen (zondag en maandag), Koningsdag (27 april), Bevrijdingsdag (5 mei, officiële feestdag eens in de 5 jaar, zoals in 2020 en 2025), Hemelvaartsdag, Pinksteren (zondag en maandag) en Kerstmis (25 en 26 december). Of een officiële feestdag een (extra) vrije dag is staat in de cao of arbeidsovereenkomst.

Rustdagen

Werknemers hebben recht op dagelijkse en wekelijkse rustperiodes, conform de Arbeidstijdenwet. Ze hebben recht op een aaneengesloten periode rust van ten minste 11 uur per etmaal. Eens per week mag deze dagelijkse rustperiode worden bekort tot 8 uur, als de aard van het werk of bedrijvigheid dit vereist. 

Werknemers hebben recht op een wekelijkse rustperiode van 36 aaneengesloten uren. Voor 14 dagen (twee weken) is dat 72 uur. Deze wekelijkse of tweewekelijkse rustperiode mag worden verdeeld in twee afzonderlijke periodes, mits niet korter dan 32 uur elk. De zondag maakt in principe deel uit van de wekelijkse rustperiode. Van een werknemer kan niet worden verlangd op zondag te werken, tenzij de aard van het werk dit vereist en het met de werknemer is overeengekomen in het arbeidscontract.

De werkgever is verplicht het werk zo te organiseren dat een werknemer over een periode van 52 weken ten minste 13 zondagen niet werkt. Bij cao mag van deze regel worden afgeweken. Werken op 40 of meer zondagen per periode van 52 weken mag alleen indien de werknemer daarmee instemt. 

Bronnen: Art. 5:3, 5:5, en 5:6 van de Arbeidstijdenwet van 23 november 1995

Wetgeving vakantie en feestdagen

  • Boek 7, Titel 10: Arbeidsovereenkomsten van het Burgerlijk Wetboek / Book 7, Title 10 (Employment Contracts) of Dutch Civil Code
  • Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag van 27 november 1968 / Minimum Wages and Minimum Holiday Allowances Act of 27 November 1968
  • Arbeidstijdenwet van 23 november 1995 / Working Time Act of 23 November 1995
 
Loading...